Alle voor- en vroegschoolse locaties beschikken over een pedagogisch beleidsplan. Dit plan is bepalend voor het pedagogisch klimaat en het pedagogisch handelen van de medewerkers.
Het pedagogisch klimaat omvat alle omgevingsfactoren die bijdragen aan het welbevinden van het kind, waardoor een kind zich verder kan ontwikkelen. Hierbij gaat het om factoren die al aanwezig zijn, maar ook om factoren die een pm-er of leerkracht bewust creëert.
Een goed pedagogisch klimaat is belangrijk omdat de effecten van VVE mede afhankelijk zijn van de kwaliteit van de educatie die wordt geleverd. Het gaat daarbij o.a. om de pedagogische en educatieve vaardigheden van de medewerkers; de wijze waarop het VVE-programma wordt gebruikt; de zorg en begeleiding die aan peuters/kleuters wordt geboden, en de inrichting van de ruimtes.
De voorschoolse locatie moet in het pedagogisch beleidsplan beschrijven hoe het pedagogisch klimaat het leren van peuters mogelijk maakt; hoe zij gestimuleerd worden in hun ontwikkeling; hoe de ontwikkeling gevolgd wordt, en hoe ouders betrokken worden. Ook moeten de afspraken over de doorgaande lijn beschreven worden.
De Inspectie van het Onderwijs schrijft in het Onderzoekskader 2021 voor het toezicht op de voorschoolse educatie en het primair onderwijs geen wettelijke verplichtingen voor aan voorschoolse educatie. Wel wordt er in het Onderzoekskader aangeraden om in de voorschool te focussen op onderstaande vragen, om bij te dragen aan een grotere kwaliteit binnen VVE-educatie:
Het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie stelt verplicht dat de voorschoolse locatie in het pedagogisch beleidsplan de volgende punten beschrijft:
In de Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem staan verplichtingen m.b.t. het pedagogisch klimaat: de VVE-locatie heeft afspraken over de doorgaande lijn vastgelegd, waardoor een intensieve en aantoonbare samenwerking ontstaat op gebied van het pedagogisch-didactisch klimaat.
De Inspectie van het Onderwijs schrijft in het Onderzoekskader 2021 voor het toezicht op de voorschoolse educatie en het primair onderwijs geen wettelijke verplichtingen voor aan vroegschoolse educatie. Wel worden in het Onderzoekskader suggesties gedaan om aan kwaliteit te werken.
Suggesties hierbij zijn bijvoorbeeld gedragsregels voor de kinderen en leraren; betrokkenheid van de kinderen bij het realiseren van een positief schoolklimaat; voorbeeldgedrag door leraren; creëren van oefensituaties om kinderen te begeleiden bij de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties, en de inrichting van het gebouw.
Deze eigen invulling aan kwaliteit wordt meegenomen in de beoordeling door de Inspectie van het Onderwijs.
Voor de VVE-doelgroep is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan een doorgaande lijn van voorschool naar vroegschool. Dat wil zeggen dat de signalering en de aanpak start op de voorschoolse locatie, en wordt voortgezet op de vroegschoolse locatie. De doorgaande lijn kan verschillende vormen hebben. Op het gebied van pedagogisch klimaat kun je de doorgaande lijn op de volgende manier versterken: